HOME


60 jarige Herdenking van gesneuvelde Stoottroepers
in Beneden-Leeuwen in 2005


De kapel en het ereveld, historie en toekomst

Inleiding
Sinds 1946 wordt op de tweede zondag in oktober in Beneden-Leeuwen de herdenking gehouden
voor de gesneuvelde Stoottroepers. In 2005 was dat voor de 60ste keer.
Reden voor de redactie om aan dit feit en wat er destijds in Beneden-Leeuwen gebeurde een artikel te wijden.
Hierbij zijn als bronnen gebruikt: het boek 'Tussen Waal en Wetering',
'100 jaar Beneden-Leeuwen, parochie & parochianen', samengesteld door een werkgroep.
en uitgebracht in november 2000 en het boekwerkje 'Het heden streeft naar waar herinnering leeft',
dit laatste samengesteld door P.F.M.(Piet) van Abeelen en uitgebracht in oktober 1995
ter gelegenheid van de 50ste Herdenking gesneuvelde Stoottroepers in Beneden-Leeuwen.

Maas en Waal
Beneden-Leeuwen ligt in het 'Land van Maas en Waal' en het maakt thans deel uit
van de gemeente 'West Maas en Waal'.
De naam 'Leeuwen' heeft zeer waarschijnlijk niets te maken met de koning der dieren.
Het woord zal ontstaan zijn uit de Germaanse term 'hlaiwa', dat de naam is geweest van heuvel,
misschien grafheuvel.
Door de eeuwen heen heeft het gebied door zijn ligging vaak te kampen gehad met overstromingen
doordat de dijken het begaven. Bij een oorlogsdreiging werd die vrees groter. Zo ook in mei 1940.

Er is veel gebeurd in het 'Land van Maas en Waal' gedurende de oorlogsjaren.
Pastoor Zijlmans van de Alphonsus parochie hield er een dagboek op na.
Hij geeft ons als het ware een ooggetuigenverslag van wat zich afspeelde in Beneden-Leeuwen.
Daarmee komt de realiteit van wat er toen gebeurde al lezende ineens weer een stuk dichterbij.

Pastoor Zijlmans

Pastoor Zijlmans schrijft:

Donderdagavond 9 mei 1940 om ongeveer 10 of 11 uur zijn er alarmerende berichten.
Men verwachtte die nacht een inval door de Duitsers. Om twaalf uur in de nacht werd groot alarm geslagen.
Ongeveer een miljoen Duitsers hadden zich aan de grens geconcentreerd met zwaar geschut.
Alle mannen moesten naar de linie. Des morgens om ongeveer 4 uur werden wij reeds gewekt
door het geweldige gedreun van het afweergeschut. De lucht zat vol met vliegtuigen.
Spoedig kregen wij bericht van het stafkwartier: de Duitsers zijn ons land binnen gevallen en naderen Nijmegen.


Toen kwam het bevel om te evacueren. De mensen verzetten zich hevig tegen dit bevel
dat voor hen betekent dat ze temidden van het zich terugtrekkende leger,
zonder vervoermiddelen en met de kans beschoten te worden, over de Waal moeten trekken.
Uiteindelijk krijgen ze toestemming naar Alphen te gaan en eventueel uit te wijken naar Brabant.

Pastoor Zijlmans schrijft:
Het was een treurige uittocht: karren, wagens, fietsen, handwagens en enkele auto's
en daar tussendoor de voetgangers, mannen, vrouwen en kinderen,
allen met pakken beladen, zich moeizaam voortbewegend langs de stoffige wegen.
De meeste waren al vanaf vrijdagmorgen 4 uur op de been geweest:
het afweergeschut, vliegtuiggeronk en geschiet van mitrailleurs,
het verblijf op de schepen, het doorlopend krijgsrumoer, dan het inpakken en evacueren.
De meesten waren in geen drie dagen uit de kleren geweest.
Woensdagmorgen hoorden wij spreken van een wapenstilstand.


Intussen is op de Grebbeberg een dramatische en ongelijke strijd ontbrand.
Uit Beneden-Leeuwen sneuvelen daar twee inwoners.


 


Beneden-Leeuwen omstreeks 1940



Hotel Jurriëns



Klooster St. Elisabeth



Zuster Antonio



Herdenking in 1947 in de kloostertuin



Kapitein Sjef de Groot spreekt

tijdens de herdenking in 1947


9 oktober 1949.

De kapel wordt in gebruik genomen


De eerste steen van de kapel




 




 




 




 






Meistaking 1943
Zijn de bezetters in het begin nog tamelijk vriendschappelijk ten aanzien van de Nederlanders,
hun maatregelen, geboden en verboden werden steeds ingrijpender en dwingender en de vrijheid
van de burgers werd meer en meer beknot. Een groot deel van de beroepsbevolking
van Beneden-Leeuwen was werkzaam in meubelfabrieken,
scheepswerven, mandenmakerijen en klompenmakerijen.

Pastoor Zijlmans schrijft:
Ook in onze parochie begon men vrijdag te staken en er ontstonden relletjes.
Men plunderde de melkwagens enz. Toen kwam het bevel: maandag allen aan het werk of de doodstraf.
Het standrecht werd ingevoerd. Men ging echter niet aan het werk.
Maandag kwam omstreeks 10 uur hier een hele troep Duitsers met de Gestapo aan.
Vele patroons en werklieden werden naar het gemeentehuis gesleurd en daar op beestachtige wijze mishandeld.


Getuigen zagen dat soldaten voorbereidingen aan het treffen waren om de daders
ter plekke 'an die Wand zu stellen'.
Vijf mensen werden uiteindelijk ter dood veroordeeld waaronder drie parochianen.

Oorlogsfront 1944-1945
Tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog was het 'Land van Maas en Waal'
tot 10 oktober 1944 eigenlijk niemandsland.
De bevolking zuchtte onder het juk van de Duitse bezetting. Niet alleen worden voedsel,
kleding, huisraad, brandstof schaarser en schaarser, maar ook de verordeningen waardoor mensen
voortdurend in angst leven om opgepakt en neergeschoten te worden,
maken dat het leven ondraaglijk wordt.


Op 18 september 1944 werd Eindhoven bevrijd met behulp van verschillende illegale groeperingen.
Menigeen beschouwde zijn of haar taak toen als afgelopen, maar anderen wensten verder mee te werken
aan de bevrijding van de rest van Nederland. Peter Zuid (Borghouts) had van Z.K.H. Prins Bernhard,
bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten, opdracht gekregen om in de bevrijde gebieden,
Stoottroep compagnieën samen te stellen, die actief wilden deelnemen aan de verdrijving van de bezetter.
Aldus werd de 1ste Compagnie Stoottroepen opgericht.


Pastoor Zijlmans schrijft:
Maandag 18 september zaten we te wachten op de bevrijding. Velen gingen die dag naar Wijchen
om de bevrijders te zien en feest te vieren. Toen kwam het geheime leger in actie.
Men zag de jongens door de straten trekken met een band om de arm met het woord oranje erop.
De bewapening was slecht maar de moed groot. Wij waren in lange nog niet vrij.
De Duitsers lagen nog altijd aan de veren in Tiel en Druten die ze in hun macht hadden.
Ze konden dus altijd overkomen, zelfs met tanks.


Vanaf 21 september 1944 waren er overdag weliswaar verkenningseenheden van de Engelsen
en de Prinses Irene Brigade in het gebied, maar deze vertrokken 's avonds weer naar het
meer oostelijk gelegen Wijchen. Voor de beter uitgeruste en geoefende Duitser was het
heel eenvoudig om de Waal over te steken en de bevolking te terroriseren door moord en brandstichting.
De bewaking van de Waaldorpen werd overgelaten aan de 'ondergrondse' jonge mannen uit de eigen streek.
Ze waren slecht bewapend en hadden geen ervaring. Bovendien waren zij gering in aantal,
waardoor het slechts mogelijk was om op enkele plaatsen, zoals de dijken van Druten
tot voorbij Dreumel, te bewaken.

De Duitsers nemen harde represailles op de acties van de ondergrondse en de Stoottroepen.
In Wamel werden 15 mensen uit hun huizen gesleurd en in Tiel tegen de kademuur doodgeschoten.
Geregeld komen ze de Waal over, steken huizen in brand en schieten mensen neer.

Pastoor Zijlmans schrijft:

Vrijdagavond 6 oktober des avonds om half- twaalf wordt er geweldig aan de bel getrokken.
Men roept: "Alles staat aan de dijk in brand!" En jawel.
De Duitsers waren overgekomen met een overmacht aan bewapening waartegen men niets kan doen.
Onze jongens stonden machteloos. Met handgranaten en fosfor staken ze de hele dijk in brand.
Ze begonnen bij de Wamelse Pas en eindigden aan de Tesstraat te Boven-Leeuwen .
Er brandde die nacht 42 huizen af. De dijk was veel te lang om hem goed te kunnen bewaken.
Vanaf die dag meldt de pastoor dagelijkse beschietingen en verwoestingen.



Prins Bernhard gaf opdracht

Stoottroepcompaginieën samen te stellen


Pater Goossens, 1986




De gedachteniskapel



Gedenksteen voor de geallieerden



Gedenksteen Sjef de Groot



Gedenksteen voor gevallen Stoters



De drie graven



Erewacht in de kapel

tijdens de herdenking in 1995


Scouting Don Bosco

stelt zich gereed voor het gemeenthuis


Stille tocht



Burgerbegraafplaats 1993



Parochiekerk St. Alphonsus


Inzet Stoottroepen
Op verzoek van een Britse bevelhebber werd de 1ste Compagnie Stoottroepen ingezet
in het gebied van het huidige 'West Maas en Waal'.
Onder leiding van Dré Kousenmaker vertrok deze compagnie, bestaande uit drie pelotons,
samen 123 man sterk, in negen legerauto's naar Wamel, Boven- en Beneden-Leeuwen.
Hun belangrijkste taak was de bewaking van de dijken.
Beneden-Leeuwen herbergde op 10 oktober 1944 de eerste Stoters. Het hoofdkwartier werd gevestigd
in Hotel Jurriëns. De Stoters werden door de bevolking met enthousiasme ontvangen.

Hun aalmoezenier was vanaf 1 november van dat jaar de voor velen nog bekende (wijlen) pater Goossens.
Hij bouwde een goed contact op met pastoor Zijlmans.
Aan dat goede contact hebben de Stoottroepen de steeds klaarstaande vriendschap van de zusters
van St. Elisabeth te danken. Zij stonden al in 1944 hun bewaarschool af als ziekenboeg.
Er waren vele gewonden en, in de uitermate strenge winter van 1944-1945, ook vele zieken.
De band met de zusters liep via zuster Antonio, die door de Stoters bijzonder gewaardeerd werd.
In de kloostertuin mochten de eerste gesneuvelden begraven worden.
Na de bevrijding hebben familieleden velen van de gesneuvelden laten overbrengen
naar hun oorspronkelijke woonplaatsen om hen daar te laten herbegraven.
Drie van hen zijn in de kloostertuin achtergebleven.

De bevrijding
De oorlog was voorbij en iedereen kon weer vrij ademen. Er waren vele doden te betreuren,
zowel onder de burgers als onder de militairen.
Er moest vooruitgekeken worden naar de wederopbouw van ons land,
maar wat er gebeurd was in de afgelopen jaren mocht niet worden vergeten.
Zij die hun leven moesten geven voor de bevrijding van ons land hebben er recht op dat
hun namen in onze herinnering blijven voortleven. Uit die gedachte is de jaarlijkse dodenherdenking ontstaan.
De eerste herdenking werd georganiseerd door het comité 'Herdenking 10 oktober 1944'.
Deze benaming werd ontleend aan het feit dat op genoemde datum de eerste Brabantse Stoottroepers
naar Maas en Waal kwamen. Deze eerste herdenking vond plaats op 13 oktober 1946
in de tuin van het klooster van huize St. Elisabeth. Bij deze gelegenheid werd namens de 1ste Compagnie
in de gevel van het oude gemeentehuis aan de Zandstraat in Beneden-Leeuwen een steen geplaatst:

 'Uit dankbaarheid voor de goede zorgen van de burgerbevolking'.

Tijdens deze eerste herdenking werden de acht gesneuvelden van de 1ste Compagnie herdacht
en vanaf de tweede herdenking in 1947 alle gesneuvelde Stoottroepers.
Nadat in de loop van de jaren 1945-1946 de eerste duizenden OVW-ers van de Stoottroepen
in het toenmalige Indië waren aangekomen, bleven zij toch goed op de hoogte van deze
eerste dodenherdenking. Vanaf 1948 namen inmiddels gedemobiliseerde Stoottroepers
eveneens deel aan de plechtigheid in Beneden-Leeuwen.
Tijdens de eerste herdenking in 1946 hoopten velen dat deze vorm van herdenken jaarlijks zou terugkeren.
Op initiatief van de toenmalige kapitein Sjef de Groot werd het 'comité tot de bouw van het
Herdenkingsmonument' opgericht. Dit monument zou eerbied moeten oproepen,
stemmen tot nadenken en opwekken tot positieve daden voor ons vaderland.
De eerste bijeenkomst van het comité vond plaats op 15 januari 1947.
Tijdens deze vergadering werd besloten om een kapel te bouwen met links en rechts van de ingang
een gedenksteen. Voorts werd bepaald dat rondom de kapel een hekwerk zou worden geplaatst
en dat in de vier glas-in-loodramen de wapens van de vier provincies
Zeeland, Brabant, Limburg en Gelderland zouden worden aangebracht.
In de voorgevel moest een steen worden geplaatst met het Embleem van de Stoottroepen.


Embleem van de Stoottroepen

in de voorgevel van de kapel


Smeedijzeren toegangsdeur van de kapel



Prins Bernhard was in 1969

aanwezig in Beneden-Leeuwen


Gedenksteen pater Goossens


Oprichting Stichting
Op 25 april 1947 was er definitief sprake van een stichting,
want toen werd bij akte de Stichting 'Herdenkingsmonument Gesneuvelde Stoottroepers' opgericht.
Nu de stichting een feit was geworden, konden de schouders worden gezet onder het realiseren
van het ideaal wat hen voor ogen stond, namelijk het oprichten van een
gedachteniskapel als herdenkingsmonument.
Men stond op het standpunt dat eerst het geld binnen moest zijn, alvorens gestart kon worden met de bouw.
De tijd tussen 15 januari en 10 oktober 1948 werd besteed om aan geld te komen.
In de vergadering van 10 oktober 1948 werd medegedeeld dat er 13.000 gulden binnen was.

Pater Goossens, voorzitter van de stichting, biedt tijdens deze vergadering twee olieverfschilderijen
aan voor 2.000 gulden. De schilderijen moesten middels een loterij aan de man worden gebracht.
Een werkcomité werd samengesteld met het doel om zo spoedig mogelijk
met de uitvoering van de bouw te beginnen. Op 20 december 1948 geeft de minister goedkeuring
aan het ontwerp. Intussen werden in Leeuwen en omgeving bijeenkomsten georganiseerd
om de bereidheid te vinden mee te willen werken aan de bouw van de kapel.
Dit resulteerde in het volgende:
twee aannemers, onder wie een Stoottroeper, verklaarden zich bereid om de gedachteniskapel
zonder winstoogmerk te bouwen. Een voldoende aantal Stoottroepers had zich aangemeld
om te helpen bouwen en diverse voorzieningen en diensten werden gratis aangeboden.
Op 25 februari 1949 geeft het bestuur van de stichting goedkeuring aan het plan tot de bouw.

De eerstesteenlegging vond in alle stilte plaats in het bijzijn van 'de toenmalige
moeder der Stoottroepen' Zuster Antonio. Bij een bezoek aan het ereveld en de gedachteniskapel
zult u deze steen aantreffen in de voorgevel, rechts naast de smeedijzeren hoofdtoegangsdeuren.
De kapel werd op 9 oktober 1949 onder grote belangstelling officieel in gebruik genomen.
Tijdens deze indrukwekkende plechtigheid werd op eerbiedige wijze hulde gebracht,
niet alleen aan de gesneuvelde Stoottroepers, maar ook aan allen die zijn gevallen
in dienst van het Vaderland, alsmede aan de geallieerde militairen die hun leven gaven
voor de bevrijding van ons land.

In de afgelopen 60 jaar hebben naast de vele Oud-Stoottroepers en Stoottroepers,
talrijke civiele en militaire autoriteiten de herdenkingen bijgewoond.
Zo werd bij de herdenking in 1969 de aanwezigheid van Z.K.H. Prins Bernhard zeer gewaardeerd.
De manier waarop de jaarlijkse herdenking van gesneuvelde Stoottroepers in Beneden-Leeuwen plaatsvindt,
is in de loop der jaren een plaatselijk begrip en een traditie geworden. Behalve het eerbetoon,
dat door vele inwoners uit de gemeente 'West Maas en Waal' wordt gebracht,
|nemen verschillende verenigingen actief deel aan de herdenking.
Bovendien heeft het stichtingsbestuur zich altijd gesteund geweten
door de achtereenvolgende gemeentebesturen.
Een wezenlijk deel van de herdenking is de kranslegging op het burgerkerkhof.

Met deze ceremonie worden de omgekomen burgers uit de bezettingstijd op waardige
en gepaste wijze herdacht. De plechtigheden rondom het monument en het burgerkerkhof
worden traditiegetrouw voorafgegaan door een gezamenlijke kerkdienst in de R.K. kerk te Beneden-Leeuwen.
 In de beginjaren waren er nog gescheiden kerkdiensten. Vanwege zijn verdiensten als aalmoezenier
en zijn bijdragen aan de Stichting Herdenking Gesneuvelde Stoottroepers werd in 1995 besloten
om als blijk van waardering voor Dr. L.A.M. Goossens een gedenksteen te plaatsen in de gedachteniskapel.
Op 30 oktober 1979 overleed op 63-jarige leeftijd Sjef de Groot, de initiatiefnemer
tot de bouw van de gedachteniskapel. Ter nagedachtenis aan hem is eveneens een steen aangebracht.
In 1985 werd het ereveld en de gedachteniskapel geadopteerd door de derdeklassers
van de Leeuwenhorst Mavo uit Beneden-Leeuwen en vanaf 1992 door de openbare basisschool De Wijzer.
Nog steeds komen voorafgaand aan de jaarlijkse herdenking enkele Oud-Stoottroepers
op school om aan de kinderen uit te leggen ten koste van welke offers Beneden-Leeuwen
werd bevrijd en kijken ze samen naar een video over het ontstaan van de Stoottroepen.
Daarna gaat iedereen naar het ereveld om te zien waar precies de drie eregraven liggen en
om samen in de kapel de namen te lezen van de gesneuvelde Stoottroepers.
Op de dag zelf wordt de kranslegging geopend met een bloemenhulde door deze schoolkinderen.

Tijdens de 55ste herdenking vond een gebeurtenis plaats.
Namens de Minister van Defensie onthulde de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht een tweede monument.
Het bestaat uit een stenen muur welke een dijk aan het water voorstelt.
De afgebeelde militair is een Stoter zoals die in oktober 1944 op weg was naar zijn post aan de Waaldijk.
Zijn blik is gericht op de drie graven van zijn gesneuvelde kameraden en naar de gedachteniskapel,
waarin alle namen van de omgekomen Stoters vermeld staan.
De andere afbeeldingen die op de muur aangebracht zijn, spreken ieder voor zich.
 'De Stoter als beschermer van de burgerij', 'een wenende vrouw',
 'het ereteken Orde en Vrede' en 'het embleem van de Stoottroepen'.


Adoptie door de school De Wijzer



De Twee Linden



De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente



De voorgangers in 1995 tijdens de 50ste herdenking



Gemengd zangkoor Ianua Coeli



Harmonie Koning Willem III



Het vuurpeloton bij de drie graven in 1958



Genodigden en bezoekers tijdens de herdenking
















Samenzijn
Sinds 1946 fungeerde 'Hotel-Café Jurriëns' na afloop van de herdenkingsplechtigheid als een geliefd en vertrouwd ontmoetingspunt. Helaas werd deze historische locatie - de voormalige commandopost - in 1992 gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Inmiddels is 'De Twee Linden' alweer jarenlang een vertrouwde plek waar menigeen op af komt om elkaar te begroeten en er na afloop herinneringen op te halen.

Ondersteuning
Het stichtingsbestuur kan ieder jaar weer rekenen op de bereidwilligheid van velen. De herdenking wordt ondersteund door diverse instanties, verenigingen en vrijwilligers, zoals de kring Maas en Waal van de BOSS , het gemeentebestuur, de parochie St. Alphonsus, de voorgangers, het gemengd zangkoor Ianua Coeli, de leerlingen van de basisschool De Wijzer, Scouting Don Bosco, het plaatselijk 4 meicomité en het Rode Kruis, de harmonie Koning Willem III en niet te vergeten de erewacht van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard.

Toekomst
Bijna 60 jaar geleden begon de eerste herdenking. De initiatiefnemers hadden een duidelijk doel voor ogen: de gevallen Stoottroepers op deze historische plek een eigen ereveld geven en hen ieder jaar gedenken. Velen hebben hieraan in de afgelopen 60 jaar gehoor gegeven. Velen van hen zijn ons inmiddels ontvallen. In de gezamenlijke viering worden de namen genoemd van de overledenen van het afgelopen jaar en ieder jaar wordt de lijst langer. Men realiseert zich dan dat er spoedig een tijd komt dat er geen eigen levende herinnering meer is, maar een historie is overgebleven. De jongeren zullen geleidelijk aan de fakkel moeten overnemen, want deze gedenkwaardige plek mag niet verloren gaan.

 

Bron: Strijdend Nederland:
61ste Jaargang, 21 september 2005



60ste Herdenking gesneuvelde Stoottroepers

Beneden-Leeuwen, zondag 9 oktober 2005
Inspecteur der Veteranen onthult, namens de Minister van Defensie,
twee plaquettes tijdens de 60ste herdenking van gesneuvelde Stoottroepers.


Gewoontegetrouw heeft op de tweede zondag in oktober de herdenking
van gesneuvelde Stoottroepers plaatsgevonden
op het ereveld van de Stoottroepen te Beneden-Leeuwen.
Strak volgens schema werd het programma van de herdenking gevolgd,
waarin deze keer ook plaats was ingeruimd voor de onthulling van een tweetal plaquettes.
Deze werden, na een toespraak,
namens de Minister van Defensie onthuld door luitenant-generaal A. van Baal,
Inspecteur-generaal der Krijgsmacht tevens Inspecteur der Veteranen.

Het is volgens de generaal een goede gedachte geweest om allen die om het leven kwamen
tijdens de voorbereidingen op operationele inzet, als groep te erkennen en postuum te eren
in de vorm van een plaquette. De tekst op de plaquette luidt:

'Ter gedachtenis aan de Stoottroepers die tijdens de uitoefening van hun functie
ter voorbereiding op operationele inzet gekwetst raakten of zijn omgekomen.'


Van militairen wordt verwacht dat zij rechtmatig gegeven opdrachten onvoorwaardelijk uitvoeren,
zelfs wanneer dit gevaar oplevert
voor eigen of andermans leven. Veel te lang is daarbij alleen maar gedacht aan de lichamelijke gevolgen.
Geestelijke nood en zelfdoding komen helaas voor, ook na inzet of uitzending
wanneer de mee te torsengeestelijke last
uiteindelijk te zwaar blijkt te zijn. Ook deze groep wordt met middels een plaquette herdacht.
De tekst op deze plaquette luidt:

'Ter gedachtenis aan de Stoottroepers die door hun werk voor de vrede gekwetst raakten
en uit respect voor hen voor wie deze last te zwaar werd'.























Stootroepers in Leeuwen



 








Stoottroepers te Boven-Leeuwen