Heemkundevereniging
"Leeuwen"










 

                     
Leeuwens  oorlogsdagboek
                         -Harrie van Heertum-


bijgehouden gedurende de tijd, dat de gemeente Wamel in de frontlinie lag
( oktober 1944 - april 1945 )

De nacht van 6 op 7 oktober was voor ons wel de verschrikkelijkste. Die hel, die
vuurzee is bijna niet te vergeten. Toch was het of je al dagen van tevoren die ramp
had voelen aankomen. De spanning die daaraan vooraf ging was niet alleen
drukkend, je kon hem als het ware tasten.
Eerst dat schieten op de Waal, op dat sleepbootje met die ark ernaast enkele dagen
van tevoren. Zo gemoedelijk hadden die moffen daar aan de andere kant, in hun pas
gegraven mitrailleursnesten, dit af zitten kijken, alsof het hen in het geheel niet
aanging. Maar reken erop, dat hun wraakplannen op dat moment pas vaste vormen
kregen en zij ze in hun bol tot in de finesses uitwerkten.

Twee nachten voor de brand lag ik wakker. Het was ongeveer 3 uur in de morgen
toen ik het tuffen van het motorbootje hoorde. lk ging mijn bed uit en keek door het
raam op de rivier. (ik sliep toen nog boven alhoewel ik er niet zo erg gerust meer over
was, daar er een paar nachten van tevoren een kogel tegen een van de muren van
ons huis was geketst, afgeschoten van de andere kant van de rivier). Het was helder
maanlicht. Heel flauw kon ik een zwak plekje onderscheiden, zuiver de richting
waarvan het puffend geluid kwam. Daar voer rustig een motorschuitjestroomopwaarts,
terwijl er een paar dagen van tevoren, door een Engelse tank, bij ons vanaf de dijk
een sleepbootje met een aan zijn zijde hangende ark in brand was geschoten.
Erg veel schrik hadden die moffen toch niet, want het waren Duitsers die daar voeren,
en dit werd nog meer bewaarheid toen even later het puffen ophield ter hoogte
van de steenfabriek, waar sinds een dag of acht de moffen huisden.

Wat was dit voor een geheimzinnig gedoe? Wat moesten ze daar nu met dat motorschuitje?
Twee nachten daarna kregen we hier antwoord op. De ondergrondse
verzetsbeweging hield de wacht aan de dijk. Jonge jongens allemaal. Geen van allen
de vuurproef nog doorstaan. Die nacht van tevoren waren er een stelletje moffen
overgekomen, in Wamel (een dorp verderop).
Zij waren brutaalweg vanaf de stad Tiel gekomen en op de dijk aangerukt
onder dekking van antitankgeschut, waarvoor alles wat ondergronds heette
op de vlucht was geslagen. In een ommezien staken zij een
10 à 12 woningen in brand en namen daarbij nog een 14-tal burgers als gijzeling
mede, welke de dag daarop zonder pardon werden gefusilleerd, wat wel het
vreselijkste van alles was.

De avond van 6 oktober nu, toen dan de ondergrondse jongens hun posten hadden
bezet, was er geen vuiltje aan de lucht. Het was zo stil zelfs, dat de meeste burgers
dan ook die avond vroeg in bed lagen, wat ten goede moest komen aan de onrustige
nachten ervoor.
Het moet ongeveer elf uur geweest zijn, toen de wacht aan de dijk een stil drijvende
boot alarmeerde.
Ter hoogte "van den onderdijk" sloeg plotseling een motor aan en kwam het gevaarte
zacht tuffend recht op onze dijk aangestevend. Er ontstond verwarring in de bevelen
der dienstdoende wachters, van "schieten " en "niet schieten". Niettemin, eer men er
op bedacht was, kwam een handgranaat over de dijk suizen, wat een consternatie
teweegbracht in de ondergrondse gelederen.
Kort daarop sloeg bijna alles op de vlucht. Sluipend over de grond trokken een
tiental moffen de dijk over en begonnen de eerste huizen binnen te dringen,
joegen de overrompelende burgers in nachtgoed de straat op, en staken de boel in brand.
In korte tijd stonden reeds een 5 à 6-tal huizen in lichterlaaie.
En voort trokken de duivels steeds verder, van huis tot huis.
Vermeldenswaardig is het te vermelden, hoe zij te werk gingen.
Bij de eerste woning waar zij begonnen waren, namen zij een aantal burgers gevangen,
gelastten die, midden op de dijk, met hun mee op te trekken naar ieder volgend huis.
Zelf slopen zij als katten langs de dijkglooiingen om eventueel gedekt te blijven voor tegenstand,
welke echter niet kwam. Zo ging het voort, met recht, als een lopend vuurtje.
Toen zij onze buurt naderden was het ongeveer half twaalf.
De maan was inmiddels opgekomen en erstond een straffe wind uit het oosten,
wat het brandstichten aanmerkelijk bevorderde.

ln onze buurt stonden nogal veel huizen en tamelijk dicht op elkaar.
Hier was een meesterstuk van de Rode Haan te maken. Een grote houtzagerij met kolossale
houtloodsen en een daarbij gelegen grote hooischuur, een kasteel van een woonhuis
en daaromheen gelegen een stuk of zes flinke woningen met schuren.
Sommige met rieten daken zelfs.
Toen de eerste moffen mijn huis naderden lag ik nog rustig te bed.
Nergens van gehoord of gezien.
Een vriend van me,-een onderduiker-,die de laatste dagen geregeld bij me had geslapen,
werd het eerst wakker en waarschuwde mij. "Er is iets gaande" zei hij.
Meteen werd er al op de voordeur gebonsd en klonk er een stem: Schnell, offene die tür!
ln onze onderkleren snelden we naar beneden, in de haast nog wat kleren grijpend
van kapstokken en haken. Toen we door de achterdeur in onze tuin kwamen,
keken we reeds in de vlammenzee van onze buurlui.

Het geluid van knetterend vuur, geroep, gehuil van kinderen, varkens en kakelende kippen,
overstemde de zoevende oostenwind, die inmiddels tot een storm was aangewakkerd
en ontzagwekkende vonkenregens kilometersver verspreidde. Wanneer we niet
telkens elkanders ruggen en schouders afklopten, stonden in de kortste tijd onze
kleren ook nog in brand. Af en toe hoorde je boven alles uit geweren
knallen.(vermoedelijk van de moffen om de schot er in te houden, mocht er zich
tegenstand voordoen). lk heb jaren geleden een film gezien "Brand aan de Wolga".
Die bewuste nacht kwam me levendig voor ogen. Zo zagen wij onze bezittingen,
onze herinneringen meedogenloos in de vlammen opgaan.
Een klein, doch merkwaardigvoorval is hier nog bij te voegen.

Wij hadden in ons huis een kanarie in een kooitje. Er was in die nacht niemand die
aan het kooitje had gedacht. Toen wij echter des anderendaags droevig op de
puinhopen van onze voormalige woning stonden te kijken, of er nog iets redbaar was,
huppelde daar vrolijk onze Piet. Hij liet zich heel gemakkelijk vangen.
Hoe was het mogelijk dat dit dier uit zijn gesloten kooitje was gevlucht.
Niemand had hem er uitgelaten.
Tenminste door iemand van onze familie niet. Even later bij verder rondzien,
ontdekte ik op de plaats waar voorheen onze voordeur had gezeten het kanariekooitje
naast de stoep. Totaal ongeschonden. Nee, toch niet. Het drinkbakje wat van
porselein was, lag er in twee stukken naast. De gehele zijmuur van onze woning was
er overheen getuimeld zonder het aan te raken, doch slechts een steen was
teruggeslagen in de val, precies tegen het porseleinen bakje. Zodoende ontstond er
een opening, alwaar de angstige opgeslotene had kunnen ontsnappen. Mijn conclusie
is nog steeds dat een der brandstichters ons huis heeft doorlopen voor het geheel in
lichterlaaie stond. Een medelijdend hart (heel diep verscholen onder een SS vernielings-
troepen-borst )opwellend, ondanks heeft het beestje met kooitje en al doen opvatten
en buiten zetten, naast de stoep van de zijdeur. Hoe bestaat het?

Die nacht zijn er niet minder dan 43 huizen en gebouwen in de as gelegd.
Wonderboven wonder zijn er geen mensen verbrand, wel varkens en paarden.
Enige dagen na deze ramp kwamen de Geallieerden Troepen ons dorp bezetten.
Voor ons helaas te laat.
Zij bestookten gedurende de eerste dagen de mitrailleursnesten aan de
overzijde van de rivier met granaten. Veel invloed had dit op de moffen evenwel niet.
Blijkbaar trokken zij zich van een inslaande granaat evenveel aan als wij van het
blaffen van een hond. Verschillende keren heb ik gezien, hoe zij rustig liepen van de
woning van een boerderij naar de tien meter verder staande schuur, terwijl een paar
honderd meter van het erf je de granaten kon zien uiteenspatten.

De twee à drie opvolgende weken na de brand gebeurde er niet veel. Alleen de
Engelse artillerie zond bijna elke dag een behoorlijk portie granaten van achter uit ons
dorp naar de overzijde van de Waal. Van enige tegenstand hoorden of zagen we
niets. Toch zijn er enkele malen bij nacht, pogingen door de Duitsers gedaan om door
de inmiddels aangelegde versterkingen der Engelsen aan de Dijk, heen te breken.
Doch dit werd, met enkele gewonden, afgeslagen.
Eindelijk kwam op 1 November het door ons welsteeds verwachtte gevaar:
"Granaten van de overkant". De allereerste waren reeds gevallen,
daags tevoren en des nachts, in Druten en Leeuwen-Boven,
welke echter alleen schade aan huizen berokkenden, maar bij ons eisten de eersten
die er vielen al direct slachtoffers. Dat was op Allerheiligen des namiddags om half drie.

Een doffe slag klonk er aan de overzij der Waal en direct daarop het aanzwellend,
angstig geluid van een aan suizende granaat. Pats! Midden voor het
Ziekenhuis, naast de kerk. Twee kloosterzusters getroffen, (één onmiddellijk gedood)
en een soldaat van de Binnenlandse strijdkrachten. Dat bracht al direct vreselijke
angst bij de bevolking van ons dorp voor granaten, waar niemand de uitwerking ervan
nog zo goed kende. Er vielen er die middag nog een stuk of vijf, die echter geen
verdere schade berokkenden.
Maar vanaf die dag kregen we ze iedere dag en iedere nacht.
Onze angst nam voortdurend toe. Na de brand van 6 op 7 oktober had ik bij
mijn broer onderdak, waar tevens mijn ouders en zuster woonden. Wij hadden tot
noch toe steeds op zolder geslapen, maar daarna zochten wij, zoals ook de andere
mensen reeds gedaan hadden, een nachtverblijf in de kelder. Overbevolkt als het
was, met 16 personen, waarbij 5 kinderen, voelden we ons daar toch wat veiliger.
De twee of drie opvolgende nachten daarna waren vreselijk.
Behalve enkele voltreffers in woningen, waarvan de huisgenoten in de kelder sliepen,
kwam er ook een granaat in een keuken terecht, alwaar vijf personen hun toevlucht
hadden genomen omdat er geen goede kelderwas.

Dit tragisch ongeval overkwam de familie J.Schoots in de Beatrixstraat, in ons dorp.
Dit eiste vier doden en een zwaar gewonde.
Een moeder, een zoon en twee dochters vonden de dood. De vader zwaar gewond
aan beide voeten. Daarbij geraakte het huis in brand, waarmede ook de
aangrenzende woning in de vlammen opging.
Toch waren er die nacht maar ongeveer 20 à 30 granaten gevallen.
Als men nagaat dat er dagen geweest zijn van 150 tot 250 stuks, en waarbij de schade
toch heel gering was, alleen een paar licht gewonden, dan was de betreffende nacht
wel een van de ongelukkigste.
Het gezin Schoots dat als het ware met een slag uitgeroeid werd,
werd dan ook ten diepste betreurt.
Men kan zich nu voorstellen, hoe de angst er in zat bij onze dorpsgenoten na die
rampzalige nacht. Mijn bewondering ging in die dagen het meest uit naar de Engelse
soldaten, die bij ons inmiddels lagen ingekwartierd.
Heelgerust sliepen deze mannen op onze bovenverdiepingen, wanneer wij,
angstig in onze diepe kelders lagen te luisteren waar de granaten insloegen.
Kenden zij dan geen angst? Waren zij dan onkwetsbaar.
Ik hoor nog de woorden van de sergeant toen ik er hem om vroeg.
'You need not to be afraid; when he is for you, he gets you!", zei hij schouderophalend.

lk heb hier later nog dikwijls aan gedacht. De man had gelijk, Twee à drie maanden later
nam ik het even luchtig op als zij. Maar zelden, dat ik de kelder nog inging, wanneer er
volop granaten vielen, want in die twee à drie maanden, was het niet eens, maar wel
twintig, dertig keren voorgekomen, dat ik er zo nu en dan overdag plat voor in de
modder moest gaan liggen, en die moordende projectielen niet verderdan 10 à 12
meter van mij af ontploften. Het is gebeurd dat ik op weg was naar een kennis van
me, terwijl er aldoor granaten vielen.
Steeds dekking zoekend, mijn weg vervolgend, kwam ik voorbij een huis, alwaar de
bewoners mij vanuit hun schuilplaats toeriepen: "Kom even binnen en wacht een
poosje, het is op het ogenblik juist zo hevig". Wat onwillig gaf ik gehoor aan hun
verzoek en nam ook even in de schuilhoek plaats. -Ongeveer í0 minuten--

Toen ik echter later, bij het huis van mijn vriend kwam, stond deze juist de schade op
te nemen van twee voltreffers, vlak naast zijn voordeur. Die waren daar ongeveer 20
minuten geleden gevallen, zei hij, Precies de tijd, dat ik daar op de plaats was
geweest. Het was dus zoals die Engelsman zei: "When he is for you, he gets you".
Maar deze keer was hij dus nog niet voor mij.
De gehele novembermaand door kregen we ons portie.
Dan weer eens hevig overdag, dan weer eens 's nachts.
Op een dag (het was op zondag) zijn we zelfs met goed fatsoen niet uit de kelder
geweest. Heel de dag door, zo met tussenpozen van een half uur, bleven ze vallen.
Ongeveer 260 hebben we er die dag geteld.
Daags daarna was het zeer rustig, maar de dag daarop weer een stuk of tien.

Zo leefden we van de ene dag in de andere. Bij dit alles deden we toch nog, zo goed en
zo kwaad als het ging, onze gewone bezigheden. Op groot gevaar af, ging ik nog naar
klanten op aangrenzende dorpen zoals Puiflijk, Leeuwen-Boven en Wamel. Vooral in
dit laatste plaatsje was het niet pluis. Recht tegenover de stad Tiel gelegen, vormde
het een veelvuldig mikpunt der Duitse Artillerie. De mooie kerk vooral moest het
duchtig ontgelden. Deze alleen heeft meer dan 1000 voltreffers gehad.

Op een namiddag kwam ik langs een reeds zeer gehavende toren.
Het was omstreeks kwart over vier. Het gehele bouwwerk stond op vallen en rustte
als het ware met een paar brokken steen op zijn fundering.
Ik ben toen vlak onder de toren door gefietst en keek angstig omhoog
naar de hangende steenkolom.  Drie kwartier later hoorde ik vertellen:
"De Wamelse kerktoren in ingestort".

Je moest die dagen steeds geluk hebben, want overal loerde de dood.
Einde November kwam er een inzinking. Er vielen er alleen zo nu en dan des nachts nog.
Maar toch niet veel. Soms drie of vier. Dan bleef het daar weer bij. Van die dag af
begon ik iedere dag aan te tekenen wanneer er eens iets gebeurde. Het was toen al
net of je er gewoon op zat te wachten dat er iets gebeurde. 1 en 2 decemberwas het
prachtig weer.
'We liggen nu al elf weken aan het front", schreef ik des avonds in mijn boekje.
Steeds nog Duitsers aan de overzijde van de rivier. We zaten toen te midden
van de Canadezen. Wat zal het met Kerstmis weer zijn? Verandering in de toestand?
lk weet nog dat ik in de tweede week van november, met een kennis van me, een
weddenschap aanging, die als volgt luidde: 'Met Kerstmis waren we bevrijd van de
Moffen aan de overzijde van de rivier. Dat stond bij die kennis als een paal boven
water. wanneer we niet met de Kerstdagen naar Tiel kunnen gaan", zei hij, 'dan
verspeel ik 200 Engelse sigaretten aan je". Als tegen in zet beloofde ik hem (want ik
was toen die dagen reeds zo pessimistisch, dat ik er geen ogenblik aan geloofde met
de Kerst een andere toestand te hebben), een vooroorlogs Kerstdiner.-

Het was nu Zaterdag 9 december 1944.
"Ko begint reeds zijn weddenschap als verloren te beschouwen", schreef ik in mijn
dagboekje. Er vielen die dag 6 granaten. Vlak in de buurt.

Zondag 10 december
.
Rustige dag. Zonder granaten. Alles wat je ziet lopen in het dorp zijn militairen. de
"Canadians' zijn reeds overal thuis. Ze lopen overdag bij iedereen binnen. Spelen met
de kinderen op straat. Gaan 's avonds hier en daar kaarten. Vandaag was er zelfs in
het Concertgebouw dansen. Dit ging van de soldaten uit. Verschillende meisjes in ons
dorp waren uitgenodigd en er bestond warempel nog enige belangstelling.
(Wat is de mens toch gauw zijn leed vergeten). Gisteren nog vielen er granaten,
nu gaat rnen dansen of er totaal geen gevaar bestaat. En zo is het iedere dag.
Bij al het gevaar,gaat het dagelijks leven toch nog steeds zijn gang.
Wanneer er een paar dagen geen granaten gevallen zijn,
voelen we ons alsof er helemaal geen oorlog is. Maar niet zodra vallen er weer,
of het jaagt je de stuipen, des te erger, weer op het lijf.

Deze week blijft het tamelijk rustig, tot nu toe.
Deze afgelopen nacht echter is er iets heel vreemds over ons dorp heengegaan.
(Het is vandaag 15 december). Een geluid washet ongeveer,
alsof er een veertig of vijftig zware bommenwerpers tamelijk laag
voorbij kwamen. Langzaam, bij het passeren, ging het geluid dan over in een
onregelmatig broddelen, klapperen, stotend, maar dan ontzettend zwaar. De ramen
en de deuren staan te trillen. Zijn dat vliegtuigen? Het was vandaag heel de dag een
donkere lucht. Verscheidene malen heeft zich vandaag dat hevig knetterende,
aanzwellende geluid herhaald. Maar door de dichtbewolkte hemel konden wij niet zien
wat het eigenlijk was.



De Engelse en Canadese soldaten beweren dat het vliegende bommen zijn:
V1's. Verbeeld je, dat zulke dingen eens niet goed afgesteld zijn, en hier
ook nog eens terechtkomen. Wanneer zo'n ding midden in het dorp neerkomt, staat er
geen huis meer overeind, zeggen ze. "Maar die vallen hier niet hoor. Nee die zijn
gericht op Antwerpen". Een ander weet te vertellen dat er bij Arnhem een nieuwe
startbaan is geopend, waar deze projectielen worden afgeschoten.
Speciaal op Londen en op Antwerpen. Volgens ik zo in mijn atlas heb gekeken,
komt dit laatste tamelijk goed uit.
Dan lopen we kans, dat er nog verschillende van die lugubere dingen hier zullen passeren.
Nu, als ze maar zuiver afgesteld worden en ze passeren
hier maar steeds over ons heen, dan kon het hier geen kwaad. Dan laat ze maar gaan.
In Antwerpen en Londen moeten ze ook maar weer zien waar ze er mee blijven.
We krijgen hier granaten genoeg. Wanneer er nog V1's bijvielen, was de ramp
helemaal niet meer te overzien.-

Zondag 24 december.
Vannacht is het reeds gebeurd. Er viel zo'n vliegende bom in Altforst - een klein
dorpje vijf kilometer hier vandaan.-Ongeveer 100 meter van een paar boerderijen
verwijdert, die totaal in elkaar lagen. Wonder boven wonder geen slachtoffers. ln ons
dorp hier en daar ruiten er uit. Er wordt ook verteld dat er een in Wamel gevallen is.
Tussen boerderijen in. 20 stuks vee zijn er gedood. Enkele mensen zwaar gewond,
een kennis van me een arm gebroken. Toch geen doden.-

25 december. (Kerstmis.)
"Vrede op aarde aan de mensen van goede wil." Wat klinkt dat eigenaardig als men
aan het front ligt. Er is vandaag een groot kerstdiner voor Engelse Militairen in het
Concertgebouw. V1's komen er steeds meer over. Meest in de morgenstond beginnen
ze. Vanmorgen in alle vroegte van de Kerstnacht passeerden er reeds enkele. Het is
iedere keer een geruststelling als ze voorbij zijn

26 december 2e" Kerstdag.
Vandaag was Prins Bernhard in ons dorp. Zomaar onverwachts kwam de Prins met
nog enige officieren in zijn auto door onze straat. De mensen en kinderen en soldaten
van de B.S. wuifden en riepen hoera !. Plotseling voor een restaurant stopte de auto.
Direct een oploop van volk en er werden Nederlandse liedjes gezongen. De Prins
groette vriendelijk en wuifde terug. Daarna gingen ze binnen en bestelden een
maaltijd. Wanneer zoiets in normale tijd in ons rustig dorp was voorgevallen, zou de
hemel te klein geweest zijn. Nu echter namen ze het als de gewoonste zaak ter
wereld op. "Prins Bernhard in ons dorp, hij dineert bij Jurriëns,
Café Restaurant Het Hoekje." De oorlog met zijn spannende gebeurtenissen,
maakt, de anders zo sensationele dingen, als gewone dagelijkse.
Tijdens de uren, dat Z.K.H. in ons midden vertoefde, vielen er enkele V1's in de omgeving.

Veel zijn er vandaag overgekomen.
De lucht was zeer helder zodat we ze duidelijk konden zien gaan. Ze lijken op een
jachtvliegtuig met zeer korte vleugels. Een verraderlijke vlam achter uit zijn staart
maakt het moordtuig in zekere zin schrikwekkend. Bij nacht en in het donker ziet men
ze al van verre aankomen. Wanneer de lucht heel dun bewolkt is verraadt een lichte
plek in het wolkendek waar het monster zich bevindt, want op het geluid is dit bijna
niet te bepalen. Zodra dit op zijn hevigst is zijn ze reeds een heel eind gepasseerd. Dit
bewijst de ontzaggelijke snelheid die het heeft.-

31 december. Oudejaarsdag.
Het is prachtig weer vandaag. Maar glad op straat. Vanmorgen is er een Engelse in
de gracht bij Van Mook gereden. De wagen kantelde en kwam met de wielen omhoog
in het water terecht. Van de vijf inzittende kwam er slechts een zwaar gewond uit. Vier
jonge soldaten lieten hierbij het leven. Aan het front, zo ziet men, sneuvelt toch niet
iedereen door oorlogsgeweld. Onvoorzichtig rijden bij gladheid komt ook in normale
tijd voor. Toch lijkt het nu veel jammerlijker ! Eigenaardig toch.

1 Januari 1945.
Het nieuwe jaar begint met prachtig weer. Gek is het feitelijk, dat juist het weer je zo
opvalt. Wanneer de zon schijnt, lijkt alles nog zo somber niet. Het doet voor een
moment de gevaren vergeten. Toch word je er wel weer aan herinnert.
Vanmorgen in alle vroegte viel er al weer een V1, precies aan de overkant van de Waal-
Bij onze overburen en ook bij ons zelf op de binnenplaats rinkelden de ruiten er uit.
Nu blijkt wel heel duidelijk, dat die V1's niet zuiver afgesteld kunnen worden.
Ze komen zelfs ook tussen de Duitse stellingen terecht, aan de overkant.
Dat zal nog wat geven, als er niet gauw verandering in de toestand komt.
Tot nu toe zijn de meeste nog wat ver uit de buurt gevallen. Maar blijft het zo?
Als het zo door blijft gaan, komen er hier ook nog eens vlak bij neer.
Met granaten blijft het nogal rustig de laatste weken, maar de V1's nemen steeds toe.

17 Januari 1945.
Daar kregen we plots weer granaten. Vanaf half december hebben we er geen last
meer van gehad. Het leek al zo'n beetje of we er hier voorgoed vanaf waren- Er werd
soms al eens verteld dat de Duitsers geen geschut meer hadden, daar aan de
overkant. Maar vandaag bleek het toch anders. Midden op het kerkplein kwam er een
terecht. Een meisje van 10 jaar onmiddellijk dood. Twee jongens van 18 en 19 jaar
zwaar gewond. Een er van was btj mij in dienst. Precies om half twee stuurde ik hem
weg om een boodschap te doen. Tien minuten vóór twee hoorden we plots twee
scherpe knallen. lnslag! Alles vloog de kelder in. Al was het ruim een maand geleden
dat zoiets had plaats gehad, maar te goed kende iedereen, zowel kinderen als
volwassenen de scherpe knal van een inslaande granaat.

Dag en nacht bulderden hier de Engelse kanonnen die overal in het dorp opgesteld
stonden. iedere minuut van de dag worden hier mortieren afgeschoten (met een
terugslaande doffe slag), zodat de ene explosie als het ware op de andere volgt.
Doch iedereen is er hier zo langzamerhand aan gewend geraakt,
zodat het bijkans door de meeste niet eens meer gehoord wordt.
Maar niet zodra komt er een granaat van deoverkant of alle oren spitsen zich.
"Dat is inslag! Naar de kelder jongens! Er vallen granaten".
De jeugd is er als het ware in getraind. Opvallend veel kinderen zijn er dagelijks op straat,
(school is er niet).

Alles ligt vol militairen, maar toch sneuvelen er bij dit alles weinig kinderen.
Wanneer ik op zo'n dag als vandaag, zo eens de dorpsstraat overzie
en al het drukke militaire gedoe van tanks, carriers, vrachtauto's
leeg en vol met soldaten, het geloop van de soldaten van en naar de verschillende
keukens en daar tussendoor talrijke burgers en vele kinderen dan aan mijn oog zie
voorbijgaan, lijkt het me nog als een wonder dat slechts een enkele dode en een paar
gewonden te vermelden zijn bij zo'n plotseling vallende granaat.
Het hadden er evengoed vijftig of honderd kunnen zijn,.

Otto Derks,-- een der zwaargewonden -was een knechtje van me. Hij kreeg een
scherf door zijn buik, ligt in het ziekenhuis en zijn toestand is bedenkelijk. Het meisje
wat sneuvelde was een zusje van hem. Weer een dag van ellende en ramp. Vandaag
zijn er ook nog enkele V1's overgekomen, doch geen enkele is in de buurt gevallen.
Gisteren echter was het erger. Er kwam een V1 zo rakelings over ons heen dat we
niet anders dachten dan : Die neemt ons met huis en al. Bij een naderende laag
vliegende V1 is het zeer angstaanjagend. Deze V1 van gisteren dan, scheerde over
ons huis en over al de anderen in onze straat en zwenkte dan, o wonder, precies
tussen de kerk en molen door en kwam netjes even buiten het dorp in een boomgaard
terecht. Overal pannen van daken en ruiten er uit. Maar het had best ook nog anders
kunnen uitvallen en mensenlevens kunnen kosten.

24 Januari 1945
Er is veel sneeuw gevallen deze afgelopen week en het wintert tamelijk streng.
Volgens de laatste radioberichten hebben de Russen een geweldig groot offensief
ingezet. Naar verluidt zijn ze slechts 150 km. van Berlijn.
Zou een en ander geen invloed hebben op het front hier ter plaatse? lk wou dat die
Russen maar een beetje harder opschoten, zodat ze die moffen hier aan de overzijde
ook maar verdreven. Het staat ons op het moment gelijk wie de overwinning behaalt,
als wij het gespuis maar kwijt naken. We zullen er toch wel eens een eind van zien
dunkt me. Soms twijfel je er werkelijk aan of die mof wel ooit verslagen wordt.
De laatste dagen is de V1 weer toegenomen ondanks sneeuw en koude,
want we hadden al illusies gemaakt, dat deze weersgesteldheid een stagnatie zou zijn.
Maar het schijnt van niet.
Er viel er weer een in de omgeving, nl. bij het pakhuis in Leeuwen-Boven.
Een in de Veesteeg en een in de Waal. Ontzettend veel pannen van de daken en ruiten stuk.
Doch alweer gelukkig geen doden. Wat dat betreft valt het met die V1's
nogal dikwijls mee. Materiele schade telde haast niet meer. Als je een mooi landhuisje
ziet (tenminste, wat voorheen een mooi landhuisje was) met nu alle pannen eraf en de
ruiten stuk, dan zeg je gewoonweg: De bewoners leven nog en de rest is van geen belang.

4 februari 1945.
Slecht weer, regenachtig. Deze week veel Vl's gehad. Van donderdag op Vrijdagnacht
vielen er 5 à 6 in de nabijheid. Een in de Achterstraat bij een boer (A. Sengers).
Dit was 2 februari des vm. om half vier. Deze vliegende bom hoorde ik aankomen.
lk lag zoals gewoonlijk wakker en luisterde niet zonder angst naar het passeren
der verscheidene V1's Plotseling een aanzwellend geluid, 
als van een laag naderend vliegtuig.
Vliegensvlug ging ik plat naast mijn bed tegen de muur liggen.
(lk was de enige die nog op de gewone benedenverdieping sliep,
de anderen lagen allen in de kelder). Een hels licht flikkerde plots door de kamer,
daarop een ontzettende explosie waarbij alle ramen openvlogen.
Het hele huis schudde alsof het van de vloer getild werd. 
Hier en daar rinkelde glas, vermoedelijk bij de buren, want na onderzoek
bleek bij ons geen enkele ruit stuk te zijn. Dit kwam hoofdzakelijk
doordat de ramen in ons huis konden draaien, zowel naar binnen als naar buiten.
Steeds hielden wij deze in de losstaande stand, zodat ze bij de talrijke explosies
herhaaldelijk open vlogen, maar heel bleven.

De laatst genoemde V1 was naast een boerderij terechtgekomen.
Deze lag totaalplat voor de grond, met nog twee andere huizen vlak in de buurt.
Er werden 5 koeien en een paard gedood. Wonderlijk wel weer geen mensenlevens.
Deze kwamen uit de kelder met de schrik vrij.
Diezelfde nacht viel er nog een V1 bij de boterfabriek in Dreumel.
Alles in de naaste omgeving plat, doch weer geen doden of gewonden.
Erger was het echter in Deest. Daar viel er een nacht van tevoren een op een klooster.
Een voltreffer. Ontzettend: I zusters en 4 anderen gedood.
Aan het Russische front gaat het geweldig. Nog 60 km. van Berlijn.
Zou het hier nog niet merkbaar zijn? Waarom zijn die Duitsers nog zo fanatiek
om die vliegende bommen te blijven lanceren? Zien zij nu nog een overwinning in dit alles?
Waarom moeten wij hier zolang in die ellende zitten?

Zondag 11 februari.
Deze afgelopen week V1's. ln Deest zijn er weer 2 gevallen. Daar krijgen ze ook hun portie.
Een viel er in het open veld maar de andere kwam midden op een grote boerderij terecht.
Er werden 9 mensen gedood en 20 stuks vee. Huis en schuren totaal vernield.
Verder viel er een in Wamel. Ook al een voltreffer op de klompenfabriek van Den Bieman.
Het woonhuis totaal in elkaar, 3 slachtoffers, man, vrouw en zoon. Vreselijk is het.
Met dit alles neemt de angst voor de vliegende bommen met de dag toe.
Hier in Leeuwen viel er een bij Balvers op de Koldert.(net even buiten het dorp).
Een nog in Druten bij de steenfabriek. Allemaal ruiten en pannenschade.
Ook vielen er verscheidene in het veld.

Donderdagnacht 15 februari
kwamen er onder hevig granaatvuur tussen Wamel en Leeuwen weer Duitsers over de
Waal. Het was een geweldig kanongebulder, inslag dichtbij, dan weer veraf,
mitrailleur geratel enz. Des 's anderendaags 's-morgens hoorden we vertellen:
"Twee soldaten van de B.S. hebben ze meegenomen vannacht en bovendien zijn er
3 of 4 Canadezen zwaar gewond.

Diezelfde avond was er weer dansen in het Concertgebouw.
Eigenaardig; daar schijnen die moffen blijkbaar op te loeren.
Al vaker is het gebeurd, dat juist iedere keer, de nacht na zo'n dansavond,
een patrouilletocht der Duitsers inhield. (Schijnbaar wordt er dus nog steeds geseind).
Vrijdagnacht kregen we mortieren midden in het dorp.
Overal tussen de huizen, doch geen schade berokkent.
V1's vallen er zoveel de laatste dagen, dat het bijna geen uithouden meer is.
Het lijkt wel of ze speciaal op deze omgeving afgesteld zijn.
Hoe lang moet dat zo nog duren? Komt er dan nog een eind aan?
Wij weten het niet. Niemand weet het. Afwachten. Moed houden  !!

Zondag 18 februari.
Weer een week voorbij. de 22e oorlogsweek. Twee en twintig weken aan het front.
Als wij zo eens onze gedachten terug laten gaan, dan moeten we ook erkennen,
dat de tijd bij al deze snelle opeenvolgende gebeurtenissen omvliegt.
Maar wanneer komt het einde van dit alles in zicht? Wanneer zijn we uit dit gevaar?
Ook deze week was het weer ontzettend met de V1's.
Er waren dagen bij dat ze met 6 à 7 tegelijk overkwamen.
Deze week is Howard Marshal vertrokken.
(Hij is een Engelse soldaat, die sinds een week of drie bij ons is ingekwartierd).
Hij gaat weer een dag of veertien naar "het eiland". Zo noemen zij de Betuwe.

Andere troepen komen dan weer terug in ons dorp. Zo wisselen zij voortdurend.
Heel dikwijls gebeurt het dat er enkele niet terugkeren van het zogenaamde Eiland,
of ook omgekeerd, dat er sommigen niet meer van hier vertrekken.
Het is daar front, maar ook hier.
Het water is ontzettend hoog in de Waal zowel als in de Maas.
Groot gevaar van doorbraak is niet uitgesloten. Verbeeld je dat zo'n V1
precies op de Dijk terechtkomt. Dat moet er nog bij komen, watersnood!
Dan is de ramp niet meer te overzien.
Vrijdag was het prachtig weer maar nu weer regen. Slecht voor de rivier.
Zo raken wij het hoge water niet kwijt.
Hoe lang zullen wij deze toestand nog houden? Wat zal er nog allemaal gebeuren?
Iedere dag loert de dood. Het is of aan dit alles geen eind komt.

25 februari.
Weer een week voorbij en nog dezelfde toestand. Vooral 's nachts veel V1's.
Van zaterdag op zondag vielen er 6 à 7 hier en in de omgeving.
Die nacht kwam er zelfs een laag met stilstaande motor over ons huis.
Duidelijk horen wij het snuivende geluid door de lucht en zagen wij de lange
achteruit laaiende vlam door een raam voorbijgaan. iets vreselijks was dat.
Wonderlijk zweefde het monster nog door tot even buiten ons dorp.
Ongeveer een minuut later kwam de explosie waardoor onze ramen voor de
zoveelste keer die nacht openvlogen. Weer zijn er die nacht granaten gevallen.

Op het ogenblik is er een geweldige brand waar te nemen van de stad Tiel.
Reeds anderhalve dag is het daar een ononderbroken vuurgloed, met geweldige rookzuilen.
Bij avond hangt er een rode gloed boven de stad.
Overdag komen bij een beetje westenwind verschroeide stukken papier
hier en daar in ons dorp neer. Op sommige zijn nog verschillende letters
te lezen van zaken uit Tiel. Naar aanleiding hiervan kunnen wij enigszins
bepalen waarde brand in de stad woedt.
Eergisternacht hebben wij een buitengewoon hevig artillerie-duel meegemaakt.
Het leek wel of we er allemaal aan moesten. Granaten suisden van beide kanten,
zo talrijk, of de wereld verging. Het water in de Waal valt gelukkig goed weg.

(Vanavond bij de nieuwe verwisselde troepen was er een reuze pianist bij Jurriëns: Eric Do.
We hebben vanmorgen de pannen op het dak weer recht gelegd.
Er waren er gelukkig geen kapot. Maar hoelang nog? Gaan ze er deze week allemaal af?
Op het ogenblik is het weer slecht, regen en wind. De afgelopen week was het zo prachtig.

ln de nacht van 26 op 27 februari viel er een V1 naast het klooster in Boven Leeuwen.
Alles in het gebouw lag omver en overhoop. Geen ruit meer erin en geen deur meer die paste.
De meeste waren finaal in splinters. De gehele achtergevel lag open. Wonder boven wonder
geen doden, wel gewonden. Op het ogenblik komen de V1's met 5 à 6 over.
Horen en zien vergaat. Het is verschrikkelijk.
Gisterenmiddag kwam er een met een flinke knal midden in de Waal terecht.
Kwamen ze daar maar allemaal in terecht. twee vielen er in het veld.
We zitten er dus met recht weer aardig tussenin. Hoelang staat de boel hier nog overeind?
We zijn nu ook gauw aan de beurt, verwacht ik zo.

Ook vallen er weer volop granaten. Maandagmorgen bij Loeffen twee blindgangers in de
kamer. Een vrouw met 4 kinderen zaten er aan tafel. Een granaat ging in de hoek van de
kamer door de muur; en vlak naast de tafel door de vloer. O louter geluk !!
Toevallig 2 blindgangers.
Slechts een ervan had maar behoeven te ontploffen en er waren misschien
doden te betreuren geweest. Dat noemen ze boffen. Je boft als je twee granaten door je
huis krijgt en het zijn blindgangers.

De laatste dagen hebben de moffen weer een nieuwe kwelling er bij bedacht voor ons.
We krijgen zo nu en dan hagelbuien van mitrailleurkogels. Hoelang leven we nog?
Er is nog geen verbetering te zien in den toestand. Zou ik nog eens ooit in Den Haag komen?
Zou ik ze daar allemaal nog eens zien? Hoe zou het daar eigenlijk zijn?
Zouden ze allemaal nog leven?
Niemand van de jongens opgepikt zijn en naar Duitsland gevoerd?
Hoe kan het toch allemaal zover komen?

28 februari.
Er viel vandaag weer een V1 bij de steenfabriek aan de overzijde van de Waal.
Ook kregen we weer ontzettend veel kogels.
Hier midden over de straat vlogen ze op de daken, tegen de huizen, kortom overal.

Zaterdag 3 maart.
Vanaf vrijdagmorgen ongeveer 7 uur tot vandaag na de middag 2 uur, geen V1's gehad.
Maar nu komen ze echter weer volop. Hoelang nog? Waar moet het heen? Soms betwijfel
je, of er ergens op de wereld nog plaatsen zijn waar het vrede is.

Je kunt je haast zoiets niet meer voorstellen. Vrede, ongehinderd op straat lopen,
geen gevaar, geen angst. Geen slapeloze nachten. Komt dat nog ooit?
Volgens de berichten gaat het zeer goed.
De Geallieerden beschieten KEULEN en DüSSELDORF.
Zouden we nog geen verlichting hier krijgen?

Zondag 4 maart.
Er viel een V1 in Megen, 5 zwaar gewonden. Hoeveel moeten er nog vallen hier?
Wanneer komt onze beurt? Hoe zou het toch met Jan van Lent zijn van het schip "Nina"
(den 17" september moesten zij van de Duitsers met hun schip naar de overzijde van de Waal.
Zij mochten niet aan deze kant blijven. Slechts een kilometer bij ons vandaan
en ze verdwenen sinds dien tijd. Niets hebben we meer gehoord of gezien van hen.
Het schip kunnen we nog wel zien liggen wanneer we voorzichtig eens over de Dijk loeren.
Het is vreselijk gehavend door voltreffers van granaten.
Van de bewoners is echter geen levende ziel meer te zien.

Vermoedelijk zullen zij wel de Betuwe ingetrokken zijn of op Tiel zijn aangetrokken. Maar
wat kan er al niet met hen allemaal gebeurd zijn. Wie weet wat zij al doorstaan hebben.
Het zal mij benieuwen of we elkaar nog eens ooit ontmoeten.
Er moet toch eens een eind aan die ellendige toestand komen.
Lang kan het toch niet meer duren, dunkt me. Hoogstens 2 à 3 maanden.
Soms betwijfel ik of we allemaal zullen overleven. iedere dag levensgevaar,
kogels, granaten en vliegende bommen. Nu is er weer een week voorbij.
wat zal de volgende ons weer brengen? Afwachten.

Maandag 5 maart.
Vannacht vielen een V1 in de wiel. Vele ruiten stuk, pannen van de daken
Dinsdag sneuvelde er een KP-soldaat (Van Deursen uit Dreumel) Hij werd getroffen door
een kogel vanaf de overkant van de Waal, midden op de Kruisstraat hier. Kun je nagaan
hoe gevaarlijk het voor ons is, op straat of elders buiten.
Mijn zuster was vlak achter hem en hoorde de kogels langs haar heen fluiten.
Amerikaanse troepen trekken Keulen binnen, zegt de radio. Op het ogenblik zijn er al
plaatsen ín Duitsland die volkomen bevrijd zijn. Waar geen granaten ór kogels meer vallen.
Waar geen V1's overkomen. En wij, wij zitten hier nog aan het front, in levensgevaar,
iedere dag en nacht. Waar zullen de komende nacht weer V1's vallen?
Wanneer krijgen wij onze beurt?

Woensdag 7 maart.
Vanavond vielen een V 1 achter het huis van de Heer Gijsbers.
Ontzettend was de uitwerking. Overal in die buurt geen pan meer op het dak,
geen ruit meer erin. Zelfs binnendeuren in de huizen lagen dwars dooreen.
De voordeur van Gijsbers huis lag ongeveer 20 meter verder aan stukken op straat.
Bij ons de grote etalageruit aan dén Oostkant in splinters..
Ook boven nog een grote ruit en op de slachtplaats bijna alle kleine ruitjes.
Aan een kant lagen alle pannen van ons dak naar beneden in de goót geschoven.
Echter geen enkele stuk.
Ik heb ze met behulp van nog een buurman direct weer goedgelegd.
Dat kon net nog voor het donker maar het leek wel of die moffen
aan den overkant van de Waal ons boven den Dijk uit hadden zien zitten,
want op momenten regende het zo van mitrailleurskogels,
dat we af en toe plat in de dakgoot moesten gaan liggen.
Toch lijkt het me onmogelijk op dien afstand  ( en daarbij schemerdonker ),
dat net van over de rivier te zien zou zijn.
Ik denk dat zij meer geschoten hebben op de door hen vermoedende consternatie in ons
dorp bij het vallen van die V1.
Natuurlijk hebben zij gedacht, dat er zich veel burgers en soldaten naar die plek
begeven hadden en dat was voor hen een mooi mikpunt om in het wilde weg wat kogels
aan te verknoeien.
Een grote oploop van mensen was er absoluut niet
daar in de buurt van Gijsbers. leder had genoeg met zijn eigen woning te doen
om die voor de nacht weer wat op orde te brengen, wat pannen en ruiten betreft.

De Geallieerde Legers zijn bij Bonn over de Rijn.
Het zal me benieuwen waar zij nu het eerst naar toe trekken.
Er is nog een bijzonderheid te vermelden over die laatst gevallen
vliegende bom bij Gijsbers. Een stuk van die V1 kwam een paar minuten
na de explosie bij N. van Lent op de Bikkelen terecht.
Vlak naast 2 mensen die op straat stonden.
Zij dachten dat het een granaat was (een blindganger)
Na onderzoek bleek het een zwaar verwrongen stuk te zijn, afkomstig van die V1.
Het woog ongeveer 60 pond. (De Bikkelen is een halve kilometer van het huis van Gijsbers.)

Zondag 11 maart.
Geen V1's meer overgekomen sinds gistermoqen 7 uur. Het is vandaag een rustige
Zondag geweest, met mooi zacht zomen /eer. Soms na zo'n rustige dag
lijkt het werkelijk of de oorlog voorbij is. Maar 's nachts werd je er wel weer aan herinnerd.
Vannacht zullen ze wel weer dik overkomen na zo'n kalme dag.
Het benieuwt me wat er deze week weer zal gebeuren. Of we het er weer met een
gebroken ruit af zullen brengen.

Maandag 12 maart.
De wijnfabriek is afgebrand. De moffen schieten brandgranaten vanaf den overkant.
Er zijn vanaf zaterdagavond 6 uur tot nu toe geen V1's meer overgekomen.
Hoe bestaat het? (Maar kogels des te meer) Deze nacht zullen ze echter weer volop passeren.
ln het dop Wamel raketgranaten. Een Engelse munitie wagen vloog in brand en het
klooster van Wamel werd getroffen.
Kogels fluiten er nog steeds erg veel. Daar blijven ze mee aan de gang.
Je loopt heel den dag gevaar. Twee kwamen er gisteren door het raam van de zolder.

Donderdag 15 maart.
Prachtig weer. Er wordt geweldig veel geschoten. Heel den dag regent het van kogels
vanaf den overkant van de Waal. Af en toe moeten de mensen achter de huizen vluchten
voor beschutting. Geen minuut van de dag ben je je leven zeker op straat.
Vanmiddag werd er weer een Engelse soldaat gedood door zo'n kogel.
( ln de buurt van de wijnfabriek) Je loopt nergens meer veilig.
Wanneer komt er toch een eind aan al deze ellende.

Vriidag 16 maart.
Vanmorgen om 5 uur is plotseling (tot onze grote ontzetting) de V1 wederom begonnen.
Ze kwamen wel niet zo talrijk, er schijnt toch enigszins een stagnatie in gekomen te zijn.
Vermoedelijk wel in verband met hevige bombardementen op Duitsland.
Het verkeerswezen daar heeft een hevige kraak gehad.
Deze avond zijn er weer 12 V1's overgekomen.
En de vorige nacht ook nog enkele met nog wat mortieren,
die midden in het dorp, doch gelukkig tussen de huizen ontploften.
Mortieren zijn niet zo gevaarlijk als je maar binnen blijft.
Ze geven wel ontzaggelijk veel splinters, maar het zijn heel kleine scherfjes.
Ze gaan niet zo gauw door de muren als die granaten.
Wat zal er komende nacht weer gebeuren? Zal het bij een paar mortieren blijven?

Zaterdagavond 24 maart.
Het is nog steeds prachtig weer. Een prachtige lente dit jaar.
De natuur druist tegen al het oorlogsgeweld in.
Er is weer een groot offensief ingezet bij Wezel. Zou dat het laatste traject zijn?
Vanmiddag weer een zes à zevental granaten. Gelukkig zonder schade.
Vanavond laat passeerden weer enige V1's
Gisteravond kwamen er twee Duitsers (men vermoedt Hollandse SS.)
de Waal over nabij de steenfabriek.
Ze zijn ln het huis van de Gebr. van Maurik binnengedrongen.
Deze jongens woonden met nog een zuster nog steeds in hun boerderijtje
vlak onder aan de binnenkant van de Dijk.

Het is min of meer een eenzaam stuk, even buiten het dorp (tussen Boven-Leeuwen en Druten).
Wel waren er in de nabijheid Engelsche en Hollandsche militaire posten en stellingen.
Vermoedelijk is de wacht niet al te actief geweest. ln elk geval,
die 2 SS'ers zijn daar naar binnen gestapt nadat ze de deur geforceerd hadden.
Eerst geboden zij de Gebr. van Maurik eten voor hen klaar te maken.
Hieraan gaven de Gebr. direct gehoor. Toen zij het gereed zette voor de 2 moffen
drongen deze er op aan er eerst zelf van te eten (wantrouwend voor eventuele vergiftiging).
Daarna zette zij zich aan tafel, de geweren naast zich.
De Gebr. van Maurik bleven rustig tegenover hen zitten.
Op een gegeven ogenblik vloog plotseling een van de twee broers op een van de moffen,
met een schreeuw tot zijn andere broer: "Grijp de andere".
Doch deze was blijkbaar niet vlug genoeg.
Hij kreeg deze tweede mof niet zo goed te pakken als zijn broer den anderen,
want deze was inmiddels met dien volgeling van Hitler op de grond gerold
en lag in een wip boven op hem en bewerkte hem niet zachtzinnig met een zakmes.
Doch jammerlijk mocht dit alles niet baten.

De twee Gebr. van Maurik moesten het ontgelden. De ene wist vliegensvlug
zijn geweer te grijpen voordat die tweede broer hem te pakken had
en terwijl de andere SS'er (die zich in een benarde positie bevond) schreeuwde:
"Schiet, schiet dan", schoot hij inderdaad eerst de broer die op zijn kameraad lag
en pafte daarna de tweede broer neer.
Onmiddellijk sloegen zij hierna op de vlucht.
Het meisje (de zuster van de Gebr. van Maurik), die zich van den beginne af
had weten schuil te houden, kwam op het schieten tevoorschijn
en vond beide broers stervende.
Ze heeft direct hulp gehaald, doch dit heeft niet kunne baten.
Enige ogenblikken later waren de dappere jongens dood.
ln Dreumel zijn ook een dezen nachten enkele Duitsers overgekomen.
Ze gingen een boerderij binnen. Toen zij er alleen koeien op stal vonden
en verdere door het gehele huis geen andere levende wezens,
schoten ze drie van deze stomme dieren dood. Hun
moordlust was toch iets bevredigd.
(en der dieren hadden ze door de kop geschoten en de andere door het lijf,
wat heel wreed is).

Zaterdag 24 maart
Zojuist vielen er 6 of 7 granaten. Allemaal in de kom van het dorp, doch weer geen
ongelukken . Er zijn veel blindgangers bij. De sabotage schijnt toch wel groot te zijn
in de Duitsche oorlogsindustrie.

Zondag 25 maart.
Niet zo'n mooi weer op het ogenblik. De lucht is betrokken, doch ondanks dat zijn er veel
vliegtuigen in de lucht, maar ook veelVl 's. De meeste komen nu over in de morgenstond
en ook gisteravond laat. Vanmorgen, ongeveer half twaaff plotseling 3 granaten rond de
Kruisstraat. We zaten rustig te kaarten bij Juniëns. lneens drie felle ontploffingen.
Mannen en kinderen volop op straat, doch wonder boven wonder geen mens getroffen.
Een granaat sloeg in bij den secretaris (onze buurman) in het dak.
Deze veroorzaakte grote ravage aan het dak en binnen in huis.
De dakkapel werd geheel vernield.
Naast de dakkapelwas een (geheime) bergplaats ingericht voor de tinnen
en koperen voorwerpen, welke in den bezettingstijd hadden moeten worden ingeleverd.
Ook hier sloegen een aantal scherven in, waardoor vele waardevolle en niet te vervangen
voorwerpen werden vernield.
Het zesjarig dochtertje van den secretaris stond in den tuin.
De scherven vlogen om haar heen zonder dat ze gedeerd werd. Het was gewoon een wonder.
Deze middag kregen we weer een aardig portie kogels. Dat houdt maar niet op.
Zo zie je maar weer, geen dag of minuut zonder levensgevaar. Hoe lang moet dat zo nog?
Komt er nooit een einde aan? Soms twijfel je nog wel eens, of we nog wel ooit vrede krijgen.
Als die maar niet komt als het te laat is. Moeten we eerst dan allemaal sneuvelen.

Nu is het Noorden en Zuiden al een half jaar gescheiden.
lk ben zo benieuwd hoe dat afloopt,
Op het ogenblik dat ik hier zo zit te schrijven wordt er weer geschoten met zwaar geschut.
vele ramen en deuren staan te rammelen.
Straks krijgen we weer een stelletje van de moffen terug.
En daar dan nog wat V1's bij en morgen op den dag weer een flinke portie kogels.
Zo leven we maar van den enen dag in den anderen. 's Avonds ga je naar bed,
maar wie weet of je den anderen dag weer opstaat. Overdag ga je boodschappen doen,
maar je weet niet of je nog wel terug komt.
Vandaag is Howard ( de Engelse soldaat die bij ons ingekwartierd is wederom naar de
Betuwe vertrokken. Over twaalf dagen hoopt hij wederom terug te komen.
lk ben benieuwd of we elkaar weer terug zien. Zij kunnen daar sneuvelen, wij hier.
Afwachten en moed houden eens komt er toch een eind.

Maandag 26 maart.
Afgelopen nacht hebben we weer een koude nacht meegemaakt. Ontzettend veel V1's,
soms 5 of zes tegelijk. Er vielen er weer verscheidene, doch gelukkig niet zo rechtstreeks in
onze gemeente. Vandaag op den dag was het tamelijk rustig.
Vanavond echter veel kogels,aanhoudend fluiten ze tussen de huizen en over de daken heen.
Zo even werd Fr. van Elk (een oude man) door zo'n kogeltje getroffen.
De man ging even naar buiten, stond achter zijn huis en pats, pardoes een kogel in zijn zijde.
Moest zo'n mof zelf nu eens weten, dat hij daar even een oude onschuldige man treft,
met zijn blindelings vuren, zomaar lukraak. Je moet maar pech hebben.
Wat zal het deze nacht weer geven?
Hoe komen we weer aan de morgenstond? Slapeloos of voorgoed slapend?

Dinsdag 27 maart.
Deze nacht was het weer raak hoor. Geweldig veel V1's waarvan er verschillende vielen
hier in de omgeving.
Daarbij kregen we nog een stelletje granaten en af en toe hagelbuien van kogels,
doch dit alles liep weer zonder ongelukken af. Vanavond stond ik bij Jurriëns (tegenover ons)
in de voordeur wat te praten en plotseling hoorden we afschieten aan de overkant van de Waal.
En ja hoor, daar kwamen ze aansuizen. Drie, vier granaten tegelijk.
Wij vlogen naar binnen. Voordat we nog op de keldertrap waren viel er nog een vijfde.
Toen was het weer afgelopen. Gelukkig kwamen ook die weer tussen de huizen terecht.
Op het ogenblik is het zeer rustig. Heel veraf slaan aan de overkant wat granaten in.
Voor de rest is het heel stil buiten en prachtig maanlicht. Wat zal het vannacht weer geven?
Wie weet wat er weer voor een zware Vl's klaar staan.
Behalve het andere wat we er nog bij krijgen.
Maar weer afwachten en goed vertrouwen.
Zolang ik het maar op kan schrijven is er niks in den weg.
Wanneer zullen we het einde eens hebben?

28 maart.
Er vielen weer enkele granaten vandaag.
Vorige nacht was het weer ontzettend met de V1's. Maar vanavond is het nog heviger.
Vanaf 5 uur ongeveer komen ze om de 10 minuten over.
Van de 5 eersten die overkwamen vielen er drie van hier in de gemeente.
Een in het open veld achter het dorp en twee in Wamel, vrijwel alle op dezelfde plaats.
Hieruit zouden we opmaken dat ze hier op dit gebied zijn afgesteld.
Wat zal dat vannacht weer geven, als dat zo doorgaat?
Daar gaat er zo juist een laag over.
O, wat een vreselijk geluid, maar hij blijft nogal doorknetteren.
Als ze maar weer voorbij zijn.
lk hoop dat we het er deze nacht ook weer goed afbrengen.
Maar als het zo aan blijft houden,
dan krijgen wij ook vast gauw onze beurt, dat kan niet anders.
Wat een rampzalige tijd toch eigenlijk.  Je leeft van het ene uur in het andere,
niet wetend of je het volgende er nog wel bent.

Vannacht zijn er ook nog Duitsers overgekomen en zijn brutaalweg de Bikkelen opgestapt.
Daar zijn ze bij een huisje aan het venster geweest en trokken deze vervolgens open,
waarop een van de bewoners (een zekere H. Kooijmans), die in de kamer sliep,
de vlucht trachtte te nemen, doch voordat hij de deur had bereikt,
schoot een der moffen die inmiddels zijn geweer in de aanslag had gebracht, hem pardoes dood.
Hierna namen zij direct de vlucht en zijn vermoedelijk de rivier weer overgetrokken.
Van de dienstdoende Engelse wacht of van de B.S. had niemand iets gehoord
en waren ook niet ter plaatse geweest. Met dit al zijn wij er hier, vanaf September,
tot nog toe er steeds slechter op geworden. Als je nagaat, in het begin hadden we
last van het overkomen van Duitsers (ten tijde van die vreselijke brand).
Dat was al erg. Toen hield dat eindelijk een beetje op, maar toen kregen we granaten.
Ontzettend veel iedere dag en ook 's-nachts. Daarna ging dat ook weer zo'n beetje over,
maar toen kwam de vliegende bom. Dat was weer erger.
ln het begin dachten we dat die hier niet vallen zou, 
maar toen er ook hier in de omgeving afsloegen, kregen we daar ook de volle laag van.
Niet minder dan 30 zijn er hier in de naaste omgeving gevallen.
Toch kwam aan de V1 ook weer zo'n beetje een inzinking,
maar toen kregen we weer kogels. Dat was ook niet mis.

Het regende er soms van en overal in het dorp liep je gevaar. en dat bleef zo,
totdat we er de V1 en ook nog weer granaten bij kregen.
En nu daarbij ook nog weer tot overmaat van ramp,
die vervloekte moffen strooptochten vanaf de overkant van de Waal,
Je moet het ongeluk maar eens hebben om er bij in handen te
vallen. Je wordt meegenomen om daarna gefusilleerd te worden,
als ze het je niet direct doen.
Dat zie je maar aan die H. Kooijmans. Hij ligt in het ziekenhuis maar zijn toestand is
hopeloos hoorde ik. Naar men zegt, heeft hij meer dan een schot gehad.
Maar je moet het maar treffen. Zo kunnen ze even goed een keertje wat verder
nog het dorp in komen en brengen hier bij ons ook een zo'n nachtelijk bezoekje.
Het is te hopen dat er gauw een einde aan komt aan dit alles.
Het wordt nu toch wel een beetje bar. Moed houden.

30 Maart. Goede Vriidag.
Vanmorgen vroeg, ongeveer half acht, vielen er vier granaten.
Een zoon van G. Vermeulen werd zwaar getroffen.
Vanmiddag ongeveer 3 uur vielen er weer een stuk of 5. Een kwam in
het huis van Van Riel terecht. Gaten in het dak en deuren en ramen kapot,
doch geen slachtoffers. Er zijn geen V1's overgekomen, wel hebben we veelkogels gehad.

31 maart. Paas zaterdaq.
Vandaag een rustige dag, geen V1's, geen granaten, heel weinig kogels.
Dat doet je goed zo'n dag. Dan leef je werkelijk weer eens op.

1 april Pasen 1945.
Slecht weer, veel wind, verder tamelijk rustig. Alleen in Boven-Leeuwen was het niet zo
rustig, daar kwamen gepasseerde nacht een stelletje moffen de rivier over en verbrandde
een kapitale boerderij. Alles, hooischuren en een dertigtal koeien, varkens,
schapen en een paar prachtige paarden. Bovendien stonden er op die boerderij
nog een stuks of zes Engelse tanks en carriers die ook mee in de vlammen opgingen.

2" Paasdag.
Vanmiddag kregen we plotseling wat granaten (om 5 uur namelijk).
lk zat rustig te lezen boven opeen kamer en hoorde ze aankomen suizen.
Ze sloegen ergens (een halve kilometer) bij ons vandaan in. l
k ben maar rustig door blijven lezen. Wat een verschil tegen dien eerste tijd.
ln november toen wij die eerste granaten kregen zaten we angstig te rillen diep onder in de kelder.
Nu blijf je rustig boven zitten lezen als er ergens in je dorp granaten inslaan.
lk heb het eerst niet willen geloven, maar heus je went tenslotte aan alles. Ook aan gevaar.

Dinsdag na Pasen.
slecht buiig weer. Vanmorgen een hele kolonne Belgen op doortocht gehad.

Zaterdag 7 April
Deze week ben ik in Nijmegen geweest.
ln dienst bij de C.A.V.P.: Canedian Army Vehicle Park
In de stad vallen geen granaten meer sinds drie weken. Nijmegen is dus bevrijd,
maar hier in Leeuwen vallen nog geregeld granaten, fluiten nog steeds de de kogels door de straten,
rikketikken op de dakpannen en tegen de muren. Doch nu kan hert ook niet lang meer duren,
of wij zijn hier ook vrij van dit alles. De V1 heeft reeds opgehouden.
Die horen we de laatste weken niet meer. lk hoop dat die nooit meer komen.
De Éngelsen en de Canadezen rukken op naar Zwolle. Arnhem wordt omsingeld,
dus de vooruitzichten zijn goed.

Zondag 15 April.
Iedere dag naar Nijmegen. Daar is alles rustig wat betreft granaten maar hier in Leeuwen
deugt het af en toe niet. Deze week vielen er weer verschillende van die ellendige
projectielen. Een houtstapel blj de Fa. Salet werd in brand geschoten.
Dat was dinsdag j.l.
Er werden op de ook blj de meelfabriek nog een man of twee gewond.
Vrijdagavond vielen er een stuk of drie granaten midden op de straat bij de pastorie.
Er was gelukkig niemand in de buurt.
Zaterdag vrij matig verlopen. Alleen weer wat kogels, doch lang niet meer zoveel als voorheen.

Zondag 22 April
Nog steeds zitten de moffen aan de overkant van de Waal. Heel de week door kregen wij
zo nu en dan granaten. Dan weer veel, dan weer weinig.
Het is meest licht soort. Men zegt "tankgranaten"). H. van Gelder (schilder) werd licht gewond.
Ook krijgen we nu weer een normaal portie kogels.
In Nijmegen is alles zo rustig wat dat betreft, daar hoor je geen schot meer,
Maar je wordt er bijna gek van het geraas van alle auto's en oorlogsvoertuigen. Het is enorm.

Zondag 29 april.
Deze week nog steeds granaten iedere dag. Wel niet veel, soms 4 à 5.
Meest vallen ze de laatste dagen vlak aan de dijk.
Het lijkt of ze niet verder meer kunnen komen.

3 mei.
Dinsdag j.l. hebben we voor het laatst granaten gehad. Maandag kregen we plotseling
allemaal ons ontslag bij de C.A.V.P. Het kamp vertrok naar Duitsland. Het einde is in zicht.
Vrijdag kwam de capitulatie van het Duitse leger in ons land.
Eindelijk dus verlost van het Duitse leger en de oorlogsgevaren.
We weten niet waar we zijn, Vrij van vliegende bommen, van granaten en van kogels.
Voor hoelang ?

TOEGEVOEGD NASCHRIFT.
Hiermede ben ik dan aan het einde van mijn dagboekje gekomen wat betreft de oorlog.
Ik ben nog lang niet uitvoerig genoeg geweest want mijn schriftje is nog niet vol.
Er is nog veel toe te voegen aan de in de beginne beschreven brand.
Daar zijn in dien verschrikkelijke nacht nog vele bijzonderheden te vertellen
die ik in mijn boekje niet heb aangetekend,
maar die ik later van anderen heb horen vertellen
in al zijn gebeuren en kleuren.
Wat er zich die nacht allemaal heeft afgespeeld, daar is wel een boek van te schrijven.
lk, met mijn bescheiden woordenrijkheid kan daar niet aan beginnen.
Maar om de een of andere grootmeester of Nederlandse letterkundige voldoende copy
te verschaffen om er een treffende en boeiende historische roman van te maken,
daar zou ik mondeling wel kans toe zien.
Och, er is hier langs de frontrivier in dien acht maanden tijds zoveel geschied,
dat bijna eenieder die dit van zo nabij heeft beleefd,
voldoende stof tot conversatie heeft verschaft.
Spreek maar eens met die mensen, die in dien bewuste brand nacht
met de Duitse soldaten mee op moesten trekken van huis tot huis,
midden over den Dijk lopend, als gijzelaars,
als dekking voor die langs de dijk sluipende rode duivels.
Twee meisjes vertelden mij nog: Ze waren ook van de partij die nacht
en werden als eersten met hun ouders en nog enkele andere buurlui
door de moffen in de rij geplaatst, midden op den Dijk.
Voor hun ogen zagen ze elk huis het ene na het andere aansteken.
Tussen ons huis en dat van mijn buurman lag een kleine tussenruimte
van ongeveer 100 tot 150 meter.
Het was juist daar, (zo vertelde mij die twee meisjes)
dat de commandant der Duitse horde plotseling "ha!!" riep.
Zij moesten wachten, maar ook de soldaten (de brandstichters)

De commandant knielde langs de dijk en keek luisterend omhoog.
Er passeerde juist een laag vliegend vliegtuig. Plotseling nam hij een grote revolver
en schoot een vuurpijl de lucht in. Onmiddellijk werd dit door het vliegtuig beantwoord,
waar ook een vuurpijl werd afgeschoten- Daarop stond direct de officier weer op,
luid bevelend: "Voorwaarts, es ist richtig, alles" (Aldus de meisjes).
En voort ging het weer, van het ene huis naar het andere.
Ook vertelden zij nog, dat een van de moffen ons huis uitkwam,
met een grote beddensprei en een wollen deken,
die hij hun oude moeder omhing met de woorden:  "Hier nemen Sie das, es ist kalt".
Op mijn buurman aan de andere kant van ons huis hebben de moffen
vijfmaal geschoten. Op een afstand van 30 à 35 meter wilde hij gaan vluchten
toen er al een paar maal door een soldaat "halt" was geroepen.
Geen enkele kogel trof hem, wel ging er een door zijn jas onder de oksel van zijn arm.
Ook hij is die nacht, met zijn vrouw en vier kinderen,
met de moffen meegetrokken van huis tot huis  (de kinderen in nachtgewaad).
Zijn vrouw in pyjama en een oude manteler omheen.
Alles is verbrand bij hem, maar ook is twee maanden later nog zijn vrouw
en een van zijn kinderen door granaten gesneuveld. (Dat zijn totaal-getroffenen).
Verder kan ik er nog bij voegen, dat de niets ontziende brandstichters diezelfde nacht bij
een boer eieren met spek in de pan bakten en smakelijk verorberden, alvorens zij de
boerderij in as legden.
Hoe verder zij kwamen, hoe gemakzuchtiger en gemoedelijker zij te werk gingen.
Het liep al tegen vijf uur in de morgen, toen zij eindelijk op hun dooie gemak de rivier
ergens bij Boven-Leeuwen weer overstaken. De meegetrokken mensen hadden zij
inmiddels de vrijheid maar weer teruggegeven. Blijkbaar zagen zij ook in,
dat er toch geen tegenstand kwam opdagen.


EINDE.
Schrijver: H. van Heertum.